nawerk
Uiterlijk
- na·werk
- zn: samenstelling van na vz en werk zn omdat het gaat om onderdelen als bijlagen of appendices, notenapparaat, lijst van gebruikte literatuur, indices, inhoudsopgave, nawoord, colofon, addenda, corrigenda en errata die na het eigenlijke werk staan.[1]
- ww: nawerken ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nawerk | - |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het nawerk o
- (drukkerij) onderdelen van een boek die zich na de hoofdtekst staan
- Het boek besluit met nawerk, bestaande uit een verantwoording van de vertaling, enkele kaarten, commentaar bij de vertaling, een uitvoerige bibliografie en een index van de eigennamen en de belangrijkste zaaknamen die in de Servaaslegende voorkomen. [2]
vervoeging van |
---|
nawerken |
nawerk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawerken
- ... dat ik nawerk.
- Het woord nawerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Bork, G.J. van e.a.Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek (2002) op website: dbnl.org; geraadpleegd 2018-09-30
- ↑ Dijk, R.T.M. van"Naar aanleiding van ... Middeleeuws geestelijk proza in ver- en hertaling" in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. jrg. 3 nr. 1 (1996) Uitgeverij Verloren, Hilversum; p. 53; geraadpleegd 2018-09-30
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal