bankloket
- bank·lo·ket
- samenstelling van bank zn en loket zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bankloket | bankloketten |
| verkleinwoord | bankloketje | bankloketjes |
het bankloket o
- loket in een bankfiliaal waar klanten geholpen worden met bankzaken door bankemployees
- ▸ Dit is een enorm aantal, voor een land waar nog altijd voornamelijk in contanten wordt betaald. Vooral veel gepensioneerden gingen voor geld tot voor kort nog altijd naar het bankloket.[1]
- Het woord bankloket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Bankpas populair in Griekenland” (Dinsdag 4 augustus 2015, 17:05), NOS