Naar inhoud springen

Trekkervissen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Trekkervissen
Balistes vetula (Konings trekkervis)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Onderklasse:Neopterygii (Nieuwvinnigen)
Infraklasse:Teleostei (Beenvissen)
Superorde:Acanthopterygii (Stekelvinnigen)
Orde:Tetraodontiformes (Kogelvisachtigen)
Familie
Balistidae
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Trekkervissen op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

Trekkervissen of Balistidae komen voor in ondieper water van koraalriffen van de Indische Oceaan, Rode Zee en Stille Oceaan, en in warmere delen van de Atlantische Oceaan.

De naam trekkervis ontlenen zij aan de grote vinstraal die (net als de trekker van een geweer) door middel van een palgewricht overeind kan worden gehouden. Hiermee kunnen zij zich bij gevaar in een rotsspleet vastklemmen. De borstvinnen zijn klein. De anatomie van de trekkervis weerspiegelt zijn typische dieet van langzaam bewegende, op de bodem levende kreeftachtigen, weekdieren, zee-egels en andere stekelhuidigen, meestal wezens met beschermende schelpen en stekels. Velen vangen ook kleine vissen en sommige, met name de leden van het geslacht Melichthys, voeden zich met algen.Zij hebben sterke witte tanden waarmee zij een harde prooi, zoals een schelp of zee-egel, of koraal kunnen stukbijten. Hun kleine ogen zijn boven op de kop geplaatst, en kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. Zij hebben een stevige geschubde huid.

Het voedsel wordt vaak op zandbodems gezocht, waarbij zij met een uit de bek gespoten waterstraal het zand omwoelen. Sommige soorten bewaren hun eieren in groeven of kuilen in het zand, waar ze de eieren tot het uitkomen bewaken. Zij leven vaak solitair, en kunnen agressief zijn tegenover soortgenoten, maar ook tegenover duikers die te dicht bij komen, als zij hun broedsel verzorgen. Dit gedrag is vooral kenmerkend voor het mannetje Balistoides viridescens, de grootste soort der trekkervissen die wel 75 cm lang kan worden.

Rhinecanthus aculeatus (picassotrekkervis)
Balistapus undulatus
Balistoides viridescens


  • (en) Balistidae. FishBase. Ed. Rainer Froese and Daniel Pauly. December 2005 version. N.p.: FishBase, 2005.